Heeft de Innovatieboxregeling bestaansrecht?

De innovatieboxregeling is per 1 januari 2017 veranderd. Alle bestaande innovatieboxafspraken zijn in beginsel per die datum vervallen. Wat zijn de veranderingen? Kunnen we meer beperkingen verwachten? Zal de regeling blijven bestaan?

De innovatiebox is ingevoerd om innovatief onderzoek en ontwikkeling door vennootschapsbelastingplichtige ondernemers fiscaal te stimuleren. Alle winsten die de ondernemer behaalt met innovatieve activiteiten vallen in deze box. Voor winsten uit immateriële activa waarvoor de ondernemer een octrooi of een buitenlands patent heeft, en/of een S&O-verklaring, geldt op verzoek een vennootschapsbelasting van 5% in plaats van 25%. Kwekersrechten voor nieuw ontwikkelde plantenrassen worden ook als octrooi aangemerkt.

De wijzigingen zijn onder meer:

  • De winst die voortkomt uit R&D-werkzaamheden die aan andere bedrijfsonderdelen zijn uitbesteed komt niet meer in aanmerking voor het belastingvoordeel.
  • Voortaan wordt onderscheid gemaakt tussen kleinere en andere belastingplichtigen. Kleinere belastingplichtigen zijn bedrijven met een netto-omzet minder dan € 250 miljoen over 5 jaren en bruto voordelen uit innovatieve activa minder dan € 37,5 miljoen over 5 jaren.
  • Zowel de kleinere als de andere belastingplichtigen moeten voor de toegang tot de innovatiebox over een S&O-verklaring beschikken.
  • De andere belastingplichtigen dienen aanvullend te beschikken over:

- een octrooi/ patent,
- een kwekersrecht,
- eigen programmatuur,
- vergunning om geneesmiddelen op te markt te brengen,
- geregistreerd gebruiksmodel ter bescherming van innovatie,
- een aanvullend beschermingscertificaat.

  • Daarnaast is de berekening van de innovatievoordelen gewijzigd als gevolg van internationale afspraken.

Voor de kleinere belastingplichtigen bestaat overigens de mogelijkheid om de huidige innovatiebox-afspraak te behouden, door gebruik te maken van een modelverklaring.

Het is het begrip ‘internationale afspraken’ van de laatste bullet dat vragen oproept. Wat zijn die dan? De innovatiebox valt immers net als de WBSO onder de categorie van generieke innovatiestimuleringsregelingen, die niet onderhevig zijn aan staatssteuneisen. Het gegeven dat Nederland over een bijzondere regeling zou beschikken kan het ook niet zijn: zeker 12 andere Europese landen beschikken over vergelijkbare ‘patent box’ regimes. De Nederlandse innovatiebox is niet meer dan een ‘me too’ regeling. Nee, het is meer het feit dat andere EU-lidstaten een probleem maken van de Nederlandse praktijk van zogenaamde Advance Tax Rulings. Een Advance Tax Ruling is een overeenkomst tussen de Nederlandse fiscus en de belastingplichtige over de toepassing van de Nederlandse fiscale wetgeving met betrekking tot (toekomstige) transacties, investeringen of bedrijfsstructuren, dat wil zeggen het bepaalt de winst die de belastingbetaler zou moeten genereren in Nederland. Voor buitenlandse bedrijven, voor wie de mate van belasting een belangrijke vestigingsfactor is, is het voordeel dat vooraf duidelijkheid kan worden verkegen, dus vóórdat de eigenlijke activiteiten zijn opgestart of structuren vastgesteld. De innovatieboxregeling wordt veelal in deze afspraken meegenomen. Het buitenland vindt dat uitermate ondoorzichtig. De afspraken bestaan er nu uit dat overeenstemming is bereikt over onder meer de activiteiten, de kosten en de mate van toerekening van het inkomen aan het activum, die onder de regeling mogen worden meegenomen.

Daarmee is voor de korte termijn de regeling bepaald. De verkiezingsuitslag van 15 maart zal daarop geen invloed hebben, waar sommige van mijn buitenlandse klanten nog bang voor waren. Er zijn andere discussies die de toekomst van de regeling bepalen. Academici hebben vragen opgeroepen over de effectiviteit van de regeling. Professor Mariana Mazzucato bracht dat in 2013 bij een bezoek aan het Nederlandse ministerie van Economische Zaken goed onder woorden: “Dat landen die investeren in onderzoek en ontwikkeling en innovatie meestal profiteren van grotere economische groei, wijst de praktijk uit. De vraag is, hoe investeer je zo effectief mogelijk? De vraag is steeds, wat voegen belastingmaatregelen toe? Goed aan het Nederlandse innovatiebeleid is de WBSO, omdat die R&D-arbeid stimuleert. Niet goed zijn maatregelen die zich richten op de inkomsten uit innovatie, want daarmee bewerkstellig je niets wat anders ook niet zou gebeuren. Je maakt rijke bedrijven alleen maar rijker. Dat gebeurt bijvoorbeeld met de innovatiebox. Een slecht idee, omdat je je niet richt op het onderzoek dat tot die patenten leidt. Je versterkt alleen het monopolie dat een bedrijf vanwege het patent toch al heeft.” “Om met succes te innoveren, heb je slagvaardige bedrijven, maar ook een koersvaste overheid nodig.“ (NRC 130202)

Daarmee kan ik het alleen maar eens zijn. Mijn advies aan het nieuwe kabinet is dan ook: versterk diè instrumenten die al vele jaren succesvol zijn in het stimuleren van R&D. De WBSO doet dat al sinds 1994. Ik ben benieuwd wat zal zegevieren: de effectiviteit van beleid of imiteren van wat anderen ook doen.

Vincent van den Bosch

 

VincentPortrt1

Kennis maken?


Neem gerust contact met mij op:  


+31 6 31 976 909

info@vincentvandenbosch.nl